Monday, June 22, 2009

Alle remmen los

Mijn eerste fiets was een zogenaamde doortrapper. Voor wie dat niet (meer) weet: bij een doortrapper blijven, zolang je fiets in beweging is, de trappers ronddraaien. Een doortrapper heeft ook geen remmen. Stoppen kon alleen door van je fiets te springen of beide voeten op de grond te zetten (maar dat kon pijnlijk zijn vanwege die doordraaiende trappers). Een gevaar op de weg dus, zo’n doortrapper. Een immuunsysteem zonder rem is ook een gevaar op de weg.

Bij een bacteriële infectie komt er al snel een reactie van het immuunsysteem op gang met als doel die infectie onschadelijk te maken. Op het moment dat alle bacteriën zijn opgeruimd en vernietigd, verdwijnt ook de prikkel en zou de immuunrespons vanzelf kunnen uitdoven. Zo lijkt het in de meeste gevallen inderdaad te verlopen: een immuunrespons die zich zelf uitdooft en dan is een rem dus eigenlijk niet nodig. Toch zit er wel degelijk een rem in het immuunsysteem, meerdere zelfs. De noodzaak hiervoor wordt duidelijk bij patiënten met defecten in een rem van het immuunsysteem. Sommige van die defecten zijn heel erg zeldzaam. Een voorbeeld is een defect in de interleukine 1 receptor antagonist. Interleukine 1 (afgekort als IL-1) is een klein eiwitmolecuul dat belangrijk is bij het opwekken van een ontstekingsreactie. Het IL-1 kan binden aan ontstekingscellen, want die cellen hebben een receptor voor IL-1. Als IL-1 is gebonden aan de receptor dan wordt daardoor die ontstekingscel geactiveerd. Zonder IL-1 dus geen ontsteking, maar teveel IL-1 geeft ook teveel ontsteking. Wanneer het lichaam teveel IL-1 aanmaakt dan wordt dat tenietgedaan door de IL-1 receptor antagonist. Dat is ook een klein eiwitmolecuul dat aan de IL-1 receptor kan binden. Maar het activeert de ontstekingscel niet en het voorkomt dat IL-1 kan binden. Op deze manier doet het dus de werking van IL-1 teniet. Allemaal theorie, maar wat betekent dat nu voor de praktijk? De patiënten met een defect in de IL-1 receptor antagonist - daarvan zijn er nu enkele ontdekt, waaronder in het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht - laten de gevolgen in de praktijk zien. Een ogenschijnlijk onschuldige infectie kan dan op een geweldige manier ontsporen en tot levensbedreigende ontstekingreacties leiden. Het immuunsysteem slaat op hol omdat er een rem ontbreekt.

Patiënten met deze afwijking zijn (gelukkig) zeldzaam. Een ziekte als reuma komt veel vaker voor. Bij reuma zijn er zelfs meerdere remsystemen die niet helemaal goed functioneren. Eén van die systemen is een soort samengesteld rem- en gaspedaal (respectievelijk het CTLA-4 en het CD28 molecuul) en dit werkt niet goed zodat bij reuma er een constante activatie van het immuunsysteem plaatsvindt. Enige jaren geleden is een medicament ontwikkeld om hierin in te grijpen. Toen dit middel werd uitgetest in gezonde vrijwilligers ging het echter faliekant mis: in plaats van dat het immuunsysteem werd afgeremd sloeg het juist op hol en 6 van de 8 vrijwilligers belandden op de intensive care. Een goed werkende rem is dus heel belangrijk om het immuunsysteem onder controle te houden.

Sunday, June 14, 2009

Antilichaam

Bij de verzorging van ons lichaam gebruiken we een flink aantal producten die beginnen met anti: antiroos shampoo, antirimpel crème, antitranspiratie spray. Het ultieme verzorgingsproduct zou je bijna zeggen is antilichaam. In de immunologie heeft het woord antilichaam een hele andere betekenis. Antilichamen (een letterlijke vertaling van het Engelse antibody) zijn eiwitten die worden geproduceerd door B-lymfocyten. B-lymfocyten doen dat niet altijd, alleen als ze worden geactiveerd door een antigeen. Het woord antigeen is de vernederlandste versie van het engelse antigen. Antigen is een samentrekking van antibody en generator, een stof die in staat is om antilichamen op te wekken. Onderdelen van bacteriën, van virussen, of andere eiwitten kunnen allemaal als antigeen functioneren. B-lymfocyten worden hierdoor geactiveerd en kunnen dan grote hoeveelheden antilichamen gaan uitscheiden. De binding van een antilichaam aan een antigeen is specifiek. Dat betekent dat een antilichaam tegen het rodehondvirus heel goed kan binden aan het rodehondvirus, maar niet aan het waterpokkenvirus of welk ander virus dan ook. De specificiteit gaat zelfs nog verder: antilichamen tegen het H5N2-griepvirus binden niet aan het H1N1-Mexicaanse griepvirus. Door een kleine verandering kunnen griepvirussen de opgebouwde immuniteit dus omzeilen en deze veranderingen vinden voortdurend plaats. Het immuunsysteem moet daarom voortdurend reageren met productie van nieuwe, specifieke antilichamen. Dat kan ook, want het repertoire van antilichamen is enorm groot: tegen ieder denkbaar virus of bacterie, beter gezegd: tegen ieder denkbaar antigeen is de mens in staat om antilichamen te vormen.

Of moeten we niet antilichamen zeggen maar antistoffen? Lichaam of stof, dat is de vraag. Volgens de Bijbel is er niet zoveel verschil ‘want gij zijt stof en tot stof zult gij wederkeren’ (Genesis 3, vers 19). Waarschijnlijk wordt hier echter het lichaam en niet het antilichaam bedoeld. Onder Nederlandse immunologen bestaat er een soort taalstrijd over het gebruik van het woord antilichaam of antistof. Het zijn nog net geen Hoekse en Kabeljauwse twisten, maar toch. Bij de voorbereidingen van het leerboek Immunologie (ISBN 978 90 313 4263 1) kwam dit weer eens aan het licht. Twee van de 17 hoofdstuk-auteurs waren fervente antistof aanhangers, de overigen waren voorstander of gingen in ieder geval akkoord met antilichaam. Het is natuurlijk onmogelijk om in één boek de woorden antilichaam en antistof door elkaar te gebruiken, en het werd uiteindelijk antilichaam. Hiermee passen we heel goed in Europa zoals een klein vergelijkend etymologisch onderzoek laat zien. Antikörper (Duits), anticorps (Frans), anticuerpo (Spaans), anticorpo (Portugees). Toch is het niet uitsluitend lichaam: antikropp (Zweeds) en antistof (Deens).

Omdat ik kortgeleden in Kiev een lezing heb gegeven werden daarvoor mijn powerpoints in het Oekraïens vertaald. Antilichaam wordt dan антитіло. Het анти is met een beetje fantasie nog wel te herkennen als anti, maar wat betekent тіло? Is dat lichaam of stof. Hierbij was Google afbeeldingen behulpzaam. Kopieer en plak тіло in het zoekvenster en het lijkt bijna of je in de catalogus van een erotisch verzendhuis bent beland. Ook in de Oekraïne zullen immunologen dus wel het woord antilichaam gebruiken.

Sunday, June 7, 2009

Waterstofperoxide: blond, grijs, raketbrandstof en bacteriedodend

In de wonderlijke wereld van gezondheidsbevorderende middelen (waarover later nog wel eens meer) komen antioxidanten veelvuldig aan de orde. Een groot aantal voedingsmiddelen en voedings-supplementen worden aangeprezen vanwege de antioxidant werking die ze bezitten. Antioxidanten gaan oxidatieve reacties tegen, en impliciet wordt daarbij gesteld dat die oxidatieve reacties slecht zijn voor het lichaam, en dus slecht voor de gezondheid. Dat is niet helemaal waar, maar dat volgt later. De bekendste oxidatieve reactie die we kennen is de invloed van zuurstof op ijzer; daarbij ontstaat roest. Het ijzer gaat daarbij na verloop van tijd ten gronde. Oxidatieve reacties in het lichaam kunnen leiden tot beschadiging van cellen en van DNA en als zodanig zijn ze inderdaad slecht voor de gezondheid. Maar laten we een van de krachtigste oxidatieve verbindingen uit de natuur eens nader onderzoeken en zien welke processen in het lichaam hierdoor worden beïnvloed. Die verbinding is waterstofperoxide en de chemische formule is H2O2 (spreek uit als H-twee-O-twee). Waterstofperoxide wordt gebruikt om haar te blonderen (peroxide blond zoals Jean Harlow, Marilyn Monroe of Debbie Harry) en papier te bleken. Krachtig spul dus. Zo krachtig dat het in geconcentreerde vorm kan worden gebruikt om raketten en torpedo’s mee aan te drijven.

Waterstofperoxide is niet alleen maar een product van de chemische industrie, maar het kan worden geproduceerd door levende cellen. In het immuunsysteem maken macrofagen en granulocyten, 2 celtypen die in staat zijn om bacteriën op te nemen, gebruik van waterstofperoxide om de bacteriën te doden. Het immuunsysteem heeft als taak om het lichaam te beschermen tegen infecties, waaronder bacteriële infecties. Macrofagen kunnen heel goed bacteriën in zich opnemen (het woord macrofaag is afgeleid van veelvraat). Het opeten van een bacterie is echter niet voldoende om hem onschadelijk te maken. De bacterie gaat namelijk niet dood door verstikking of uithongering of iets dergelijks en zou dus in de macrofaag kunnen doorgroeien. Om de bacterie te doden gebruikt de macrofaag oxidatieve processen en een belangrijke component daarin is waterstofperoxide. Tijdens de oxidatieve reactie wordt ook nog een ander bacteriedodend middel gevormd dat we kennen uit het keukenkastje: bleekwater. Het waterstofperoxide en bleekwater samen (plus nog wat andere stoffen) zorgen ervoor dat alle bacteriën die zijn opgenomen door de macrofaag, gedood worden. De macrofaag zelf zou ook schade kunnen ondervinden van het waterstofperoxide. Daarom vinden deze reacties plaats in een speciaal compartiment binnen de cel waardoor de schade beperkt blijft. Toch is het onvermijdelijk dat er een beetje waterstofperoxide naar buiten lekt in de omgeving. Dat is niet erg en zelfs gunstig blijkt uit recent onderzoek. Het waterstofperoxide dat naar buiten lekt wordt door andere cellen van het immuunsysteem waargenomen als signaal en trekt die andere cellen aan naar de plaats van de infectie. Deze hulptroepen kunnen dan meewerken om een bacteriële infectie onder controle te krijgen en uit te schakelen.

Behalve macrofagen zijn er veel andere cellen in het lichaam in staat om waterstofperoxide te maken. Zo wordt ook in haarzakjes een klein beetje waterstofperoxide geproduceerd. Bij het ouder worden neemt dit zodanig toe dat het waterstofperoxide het natuurlijk haarkleur-pigment melanine afbreekt. Het resultaat is grijs en later zelfs wit haar. De eerder genoemde antioxidanten zouden misschien dus ook een anti-vergrijzingsmiddel kunnen zijn.

Sunday, May 31, 2009

Zoek de verschillen

‘Jou herken ik met gesloten ogen’ zong Theo Diepenbrock met zijn Troubadours in 1967. Helaas, het werd geen hit, maar hoe kan dat ook met zo’n onwaarschijnlijke titel. Nu ruim 40 jaar later weten we misschien hoe je iemand met gesloten ogen kunt herkennen, maar daarvoor moeten we eerst terug naar de Middeleeuwen.

Toen Europa nog werd geteisterd door pestepidemieën, waren in grote steden als Utrecht de wijken omheind door een hoge muur met een stevige poort. Als er in een wijk de pest uitbrak dan ging de poort op slot en die werd pas weer geopend als de ziekte was uitgeraasd. Niet iedereen was dan dood, altijd waren er overlevenden waarop Yersinia pestis, de bacterie die de pest veroorzaakt, geen vat had.
Hoe kan dat, hadden deze overlevers dan een beter immuunsysteem? Ja, in ieder geval voor Yersinia pestis. Ieder mens heeft een immuunsysteem en iedereen kan een immuunrespons vormen tegen welke bacterie dan ook, inclusief Yersinia pestis. Maar niet iedereen kan dat even goed. Hoe goed het immuunsysteem in staat is om op een bepaalde bacterie te reageren hangt af van de samenstelling van de zogenaamde transplantatie antigenen (zie ook: Wonderlijke transplantatie).

Transplantatie antigenen zijn erg variabel, zo variabel dat bijna ieder mens een unieke set van transplantatie antigenen heeft, ze worden HLA genoemd (Human Leukocyte Antigens, HLA; spreek uit als afzonderlijke letters). De verschillen in HLA maken het moeilijk om zondermeer een orgaan van de ene mens naar de andere te transplanteren (want dan volgt er afstoting). Maar dat is natuurlijk niet de functie van HLA zoals God of Darwin die bedoeld heeft. De functie van HLA moleculen is, dat ze als een soort presenteerblaadje aan de cellen van het immuunsysteem laten zien waarop gereageerd moet worden. Niet ieder HLA molecuul kan even goed een eiwit van bijvoorbeeld de pestbacterie presenteren, en daardoor verschilt de immuunrespons tussen het ene en het andere individu. HLA dat goed Yersinia pestis eiwitten kan presenteren is echter misschien wel heel slecht voor andere bacteriën. Er is dus niet zoiets als super-HLA waardoor supermensen tegen alle infecties beschermd zijn. Door de grote variatie in HLA is juist de mens als soort goed beschermd omdat er bij een epidemie altijd wel enkele individuen zijn die overleven en daarmee de soort in stand kunnen houden. Het is daarom uit evolutionair oogpunt belangrijk om die variatie in HLA zo groot mogelijk te houden. Inderdaad bleek uit recent onderzoek dat het HLA tussen man en vrouw van 90 echtparen veel meer verschilde dan dat van 150 willekeurig gekozen combinaties.

Dat is dus goed voor de biologische variatie van HLA, maar hoe kunnen we ons voorstellen dat verschillen in HLA een rol spelen bij partnerkeuze? De HLA genen hebben geen invloed op de kleur van de ogen of hoe lekker je kontje eruitziet. Als je HLA niet kunt zien, misschien kun je het dan wel ruiken. Dat klinkt onwaarschijnlijk, maar toen de Zwitserse onderzoeker Wedekind vrouwen in hun vruchtbare periode liet ruiken aan bezwete sportshirts van mannen, kozen ze het shirt van de man . . . met het HLA dat het meest verschilde van dat van henzelf. Had Theo Diepenbrock dan toch gelijk toen hij zong ‘Jou herken ik met gesloten ogen’? Bijna, want dit ogenschijnlijke vermogen om verschillen in HLA te ruiken hebben alleen vrouwen, mannen kunnen dat niet. Een blind date kan dus heel goed, als de vrouw haar neus maar openhoudt.

Sunday, May 24, 2009

Overgevoelig

Een allergeen is een stof die een allergische reactie kan oproepen. Het allergeen kan een pinda eiwit zijn waardoor de allergische persoon overgevoelig is voor pinda’s. Zeer ernstige reacties kunnen soms al optreden bij 1/100ste deel van een pinda. Andere belangrijke voedselallergenen komen voor in melk en in eieren. De meest voorkomende allergie is die voor huisstof. We noemen dat huisstof, maar in feite is het een allergie voor de huisstofmijt, meer precies voor een eiwit in de uitwerpselen van de huisstofmijt. Huisstofmijten zijn kleine spinnetjes, 0,3 millimeter groot, die zich voeden met huidschilfers van de mens. De huisstofmijt wordt 3 maanden oud en tijdens zijn leven produceert hij 200 x zijn eigen lichaamsgewicht aan uitwerpselen. De mens verliest de meeste huidschilfers in bed, ongeveer 1 gram per dag. De meeste huisstofmijten bevinden zich dan ook in bed. In een gemiddeld hoofdkussen zitten ongeveer 100.000 huisstofmijten en na 4 jaar bestaat de helft van het gewicht van dat hoofdkussen (als het ondertussen niet gewassen wordt) uit mijtenpoep. Denk daaraan wanneer je vanavond je kussen opschudt.

Wat gaat er eigenlijk fout bij een allergische reactie. Dat weten we (helaas) nog steeds niet precies, maar op de een of andere manier reageert het immuunsysteem op prikkels waar het helemaal niet op zou moeten reageren (en bij de meeste mensen gebeurt dat dan ook niet). Bij een allergisch persoon worden tegen bijvoorbeeld het hierboven genoemde pinda-eiwit antilichamen gemaakt van de IgE (spreek alle letters apart uit: I-g-E) klasse. De mens maakt 5 verschillende klassen antilichamen IgM, IgG, IgA, IgD en IgE. De IgE klasse vormt normaal gesproken minder dan 1 duizendste deel van het totaal aan antilichamen. Waarom kun je er dan toch last van hebben? Dat komt door de bijzondere eigenschappen van IgE. De IgE antilichamen worden gevangen door receptoren die voorkomen op 2 verschillende celtypen: eosinofiele granulocyten (eo’s in het jargon van immunologische afkortingen) en mestcellen. Beide celtypen zitten stampvol met allerlei reactieve stoffen zoals histamine. Wanneer de mestcellen en eosinofiele granulocyten helemaal volgepakt zijn met IgE dan zijn het ware tijdbommen geworden die vroeg of laat wel af moéten gaan. Als er contact is met het allergeen waartegen de IgE antilichamen gericht zijn (bij een patiënt met hooikoorts bijvoorbeeld IgE tegen graspollen, of 1/100ste van een pinda verstopt in een koekje) dan worden alle mestcellen en eo’s tegelijkertijd geactiveerd en komen er massale hoeveelheden histaminen vrij. De band Steppenwolf zong erover in 'Born to be Wild': “Fire all of your guns at once and explode into space”. (voor de jongere lezers: Steppenwolf was een rockband uit de zestiger jaren van de vorige eeuw. In hetzelfde nummer 'Born to be Wild' komt ook de regel "...heavy metal thunder..." voor, waar veel later de naam voor Heavy Metal muziek uit voort is gekomen. Heeft allemaal niets met immuun te maken, genoeg dus over Steppenwolf).

Een allergeen is een eiwit. Niet alle overgevoeligheidsreacties zijn echter een allergie (en het immuunsysteem hoeft dan ook niet betrokken te zijn). Ook op andere prikkels kan overgevoelig worden gereageerd: hoogte, temperatuurverschil, geluidsgolven. Sommige mensen krijgen huiduitslag bij bergbeklimmen boven een bepaalde hoogte. Een vrouwelijke collega van mij krijgt huiduitslag op die gedeelten van haar lichaam die aan temperatuurverschillen hebben blootgestaan, bijvoorbeeld als ze na een frisse herfstfietstocht binnenkomt in een warme huiskamer. Blijkbaar kunnen mestcellen soms ook door luchtdruk- of temperatuurverschillen massaal geactiveerd worden. Ikzelf ben overgevoelig voor geluidsgolven. Niet alle geluid, maar specifiek voor het geluid van Marco Borsato. Al bij de eerste klanken krijg ik - althans dat denk ik - pukkeltjes en andere huiduitslag. Uiteindelijk zou deze reactie zelfs tot een shock kunnen leiden maar zover laat ik het nooit komen. Ik kan makkelijk leven met mijn overgevoeligheid, ik zet de radio op een ander station!

Monday, May 18, 2009

De X-factor

Mannen zijn sterker dan vrouwen. Mannen kunnen sneller langs 11 steden schaatsen, zwaardere gewichten tillen en speren verder werpen. Mannen zijn dus veel sterker, maar geldt dat ook voor het immuunsysteem? Is het immuunsysteem van vrouwen zwakker dan dat van mannen? Dat is een vraag die niet met een eenvoudig ja of nee te beantwoorden is. Zelfs al zou dat wel zo zijn, dan nog is het niet eenvoudig aan te geven wat dan de gevólgen zijn van een krachtiger immuunsysteem.

De mens heeft 22 chromosomen in duplo en 2 geslachtschromosomen, totaal dus 46. Er zijn 2 verschillende geslachtschromosomen, X en Y. Op het X-chromosoom bevinden zich een aantal belangrijke genen van het immuunsysteem. Op het Y-chromosoom niet; daarop bevindt zich eigenlijk helemaal geen belangrijke genetische informatie. Het genetische verschil tussen mannen en vrouwen wordt helemaal bepaald door de X en de Y. Een vrouw heeft 2 X-chromosomen, een man slechts 1 X-chromosoom en 1 Y-chromosoom. Vrouwen liggen dus een X-chromosoom voor op de man.

Wanneer er een genetisch defect bestaat in een gen op één van de X-chromosomen bij een vrouw, hoeft dat nog niet meteen tot ziekte te leiden. Het defecte gen kan namelijk worden gecompenseerd door het normale gen op het andere X-chromosoom. De vrouw zelf is dan gezond, maar wel draagster van de ziekte. Wanneer ze zelf kinderen krijgt hebben jongetjes 50% kans om het defecte X-chromosoom te erven van moeder. Compenseren gaat niet want hun andere geslachtschromosoom is Y. De wetten van de genetica hebben dus als onvermijdelijk gevolg dat erfelijke afwijkingen van het immuunsysteem vooral bij jongetjes voorkomen. Deze ziekten, die gelukkig heel erg zeldzaam zijn, hebben tongbrekende namen zoals geslachtsgebonden agammaglobulinemie, Wiskott-Aldrich syndroom en geslachtsgebonden lymfoproliferatief syndroom.

Het immuunsysteem heeft als taak om afweer te bieden tegen infecties. Daarvoor kan het immuunsysteem niet krachtig genoeg zijn. Wanneer het immuunsysteem zich echter tegen onderdelen van het eigen lichaam keert, zoals bij auto-immuunziekten het geval is, dan heb je last van een krachtig immuunsysteem. Auto-immuunziekten komen veel vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. We weten eigenlijk niet goed hoe dat komt. Het is heel verleidelijk om geslachtshormonen daarvan ‘de schuld’ te geven, maar daarmee is dit verschijnsel niet verklaard. Kortgeleden hebben Canadese onderzoekers aangetoond dat het hormoon oestrogeen effect heeft op lymfocyten. Het zorgt ervoor dat de lymfocyten tijdens een immuunrespons niet zo snel doodgaan (apoptose heet dat proces). Daardoor kunnen vrouwen een krachtigere immuunrespons opbouwen dan mannen. De X-factor zorgt daarmee voor een sterker, in plaats van zwakker immuunsysteem bij vrouwen.

Sunday, May 10, 2009

Wonderlijke transplantatie

Als goed katholiek opgevoed jongetje sloeg ik vroeger geen kerkelijke feestdag over. Zo ook niet het feest der Allerheiligen op 1 november. Tijdens dit kerkfeest worden, niet geheel onverwacht, alle heiligen uit de katholieke kerk herdacht. Hoeveel zijn er dat, alle heiligen? Niemand weet het precies, er komen ook nog steeds ‘nieuwe’ heiligen bij. Een standaardwerk op dit gebied ‘De heiligen’ van Stijn van der Linden vermeldt er 9.000. De litanie van alle heiligen, die tijdens de mis op Allerheiligen wordt gebeden, duurde in mijn herinnering dan ook heel erg lang. Maar bij het terugzoeken van de originele tekst zie ik dat er in die litanie slechts 50 heiligen bij naam worden genoemd. Twee daarvan zijn broers, de door hen verrichte wonderen hebben te maken met de immunologie.

Deze broers, Cosmas en Damiaan, kwamen uit een gezin met 5 kinderen waarvan de vader al vroeg overleed en moeder Theodata in haar eentje voor de opvoeding van haar kinderen moest zorgen. Cosmas en Damiaan hadden de hersens en mochten geneeskunde gaan studeren. De 3 andere broers, Antimus, Londius en Abrabius trokken zich terug in de woestijn (de familie woonde in Syrië) en werden monnik.
Na hun studie trokken Cosmas en Damiaan door Klein-Azië om zieken en gebrekkigen te behandelen. Cosmas was de academicus en stelde de diagnose, Damiaan was de behandelaar (met zalf en medicijndoos). Voor hun diensten vroegen Cosmas en Damiaan geen geld. Dat is niet alleen nu hoogst ongebruikelijk onder deze beroepsgroep, maar ook toen al. Als een soort ‘tegenprestatie’ werden de patiënten onderworpen aan een stichtelijk woord over het Christendom. Narcose bestond in die tijd, we praten over de derde eeuw na Christus, nog niet dus de patiënt moest wel luisteren, of hij wilde of niet. Op zekere dag troffen Cosmas en Damiaan een rijke koopman die koudvuur had opgelopen aan zijn rechterbeen. Koudvuur is een wondinfectie waarbij het weefsel door necrose (verrotting) afsterft. De ziekte is dodelijk tenzij het aangedane ledemaat wordt geamputeerd. Cosmas en Damiaan voerden deze amputatie uit waarna het been van de koopman werd vervangen door dat van zijn (Moorse) slaaf. Het is daarmee de eerste gedocumenteerde succesvolle transplantatie uit de geschiedenis die is vastgelegd in een aantal schilderijen. Of de donor van het been echt een Moor was, of als zodanig afgebeeld zodat het contrast met de blanke koopman beter tot uitdrukking komt, weten we niet. We weten ook niet of de slaaf vrijwillig zijn been heeft afgestaan en er is ook niets bekend over het postoperatieve beloop. In ieder geval was de transplantatie voor de koopman zeer succesvol. Omdat destijds iedere operatie waarbij de patiënt overleefde als een wonder werd beschouwd, zou dit feit voldoende moeten zijn om Cosmas en Damiaan heilig te verklaren. Zelfs in 2009 zou het succesvol uitvoeren van een dergelijke operatie als een wonder worden beschouwd. Transplantatie van een orgaan van de ene naar de andere mens gaat gepaard met afstotingverschijnselen: het immuunsysteem van de ontvanger herkent het getransplanteerde orgaan als lichaamsvreemd en zal dat proberen af te stoten. De mate van afstoting wordt bepaald door de mate van verschil in de zogenaamde transplantatie-antigenen. Deze zijn zo verschillend dat daarin bijna ieder mens uniek is. Tegenwoordig worden van orgaandonoren over de hele wereld de transplantatie-antigenen in kaart gebracht zodat een patiënt het best ‘passende’ orgaan kan krijgen. Omdat ook dan het donororgaan niet voor 100% hetzelfde is, worden medicijnen om de immuunrespons te onderdrukken, voorgeschreven aan de ontvanger.

Cosmas en Damiaan zijn geen natuurlijke dood gestorven. Vanwege hun bekerende activiteiten werden ze door de prefect Lysias gearresteerd en gemarteld om hun God af te zweren. Omdat ze dat weigerden werden ze aan elkaar geketend en in zee geworpen. Een engel redde hen echter. Vervolgens werden ze drie dagen aaneen in een oven gestookt maar ook dat overleefden ze. Uiteindelijk werden Cosmas en Damiaan onthoofd (transplanteren hielp niet meer . . ). Cosmas en Damiaan zijn de beschermheiligen van apothekers en artsen. Hun feestdag valt op 26 september en dat is overigens geen geluksdag: op die dag in 1997 stortte de basiliek van de heilige Franciscus van Assisi in . . .

Monday, May 4, 2009

Hoezo Jargon?

Ik spreek ieder jaar op een Masterclass Autoimmuniteit en, of je nu wilt of niet, daarbij gebruik je onvermijdelijk allerlei immunologisch jargon. Zo heb ik eens opgezocht hoe vaak het woord "autoimmunity" voorkomt in de (Engelse) dagelijkse taal. Op de online versie van Websters dictionary kun je dat van ieder woord terugzoeken. Het woord autoimmunity staat op de 133.076ste plaats van meest gebruikte woorden en dat is niet erg hoog. Ook vind je hoe vaak het woord "autoimmunity" wordt gebruikt per 100 miljoen woorden en dat is 7 keer. Dat klinkt als héél erg weinig, maar hoe weinig is 7 en hoe veel is 100 miljoen woorden. Om daarvan een indruk te krijgen is de website met speeches van Fidel Castro behulpzaam (klik hier). In zijn glorietijd gaf Fidel urenlange speeches voor wie maar luisteren wilde (of moest). De glorietijd van Fidel duurde zo'n 35 jaar en in die tijd gaf hij gemiddeld 25 lezingen per jaar (allemaal volgens de database). Op de website kun je ze allemaal nog eens teruglezen en (via Word) het aantal woorden tellen. De speech voor de Nationale Schoolinspecteurs in 1966 telde ruime 7.000 woorden. Wanneer we dat als gemiddelde nemen dan heeft Fidel in zijn carrière ongeveer 7 miljoen woorden in het openbaar uitgesproken. Het woord autoimmunity zat daar dus waarschijnlijk niet tussen.

Wat betekent het eigenlijk, autoimmuniteit? We spreken van autoimmuniteit wanneer het immuunsysteem reageert op onderdelen van het eigen lichaam (auto). Het immuunsysteem behoort te reageren op lichaamsvreemd materiaal, zoals bacteriën en virussen, maar niet op onderdelen van het eigen lichaam. Wanneer dit tóch gebeurt, en ook nog leidt tot ziekteverschijnselen, dan spreken we van autoimmuunziekten. De bekendste autoimmuunziekte is reuma, voluit reumatoïde artritis. Deze ziekte komt voor bij 1400 vrouwen en 600 mannen (per 100.000). De bekendheid van reuma komt vooral omdat de ziekte zo vaak voorkomt, helaas niet omdat immunologen precies weten hoe en waarom het immuunsysteem in de fout gaat. Een van de boodschappen op de Masterclass zal dus zijn dat al het immunologisch jargon niet kan verhullen dat we op onderdelen eigenlijk nog veel te weinig weten.

Tuesday, April 28, 2009

Immuun

De mens leeft in een wereld omgeven door micro-organismen: virussen, bacteriën, schimmels, gisten, parasieten. Om te overleven in deze wereld zijn afweermechanismen nodig, en omdat de micro-organismen van elkaar verschillen dus ook verschillende afweermechanismen. Immunologie is het vakgebied dat zich bezighoudt met de afweer tegen infecties. In het dagelijks spraakgebruik betekent “immuun” dat je onaantastbaar bent; in mijn vakgebied betekent “immuun” dat het immuunsysteem zo goed functioneert dat een virus of bacterie geen enkele kans maakt om ziekte te veroorzaken. Het immuunsysteem is uiterst specifiek en maakt onderscheid tussen onderdelen van micro-organismen, want daar moet tegen gereageerd worden, en onderdelen van het eigen lichaam, want daar moet juist niet tegen gereageerd worden. Ook lichaamsvreemde cellen, zoals een getransplanteerde nier, zal worden herkend en afgestoten. Dat is een nadeel van een goed werkend immuunsysteem. Een tumorcel echter, en dat is een veranderde lichaamseigen cel, zal weer wel als vreemd worden herkend en afgestoten. Het immuunsysteem beschermt dus ook tegen tumoren.

Bij de geboorte is het immuunsysteem al wel aangelegd maar nog niet uitgerijpt. Ieder contact met een virus of bacterie is een eerste contact en kan leiden tot tijdelijke ziekte. Is die ziekte een keer doorgemaakt dan is het immuunsysteem zodanig geactiveerd en is er immunologisch geheugen gevormd dat daarna eenzelfde virus geen ziekte meer kan veroorzaken. Dit principe vormt ook de basis voor vaccinatie: het vaccin is dan het eerste, ongevaarlijke contact dat het immunologische geheugen opwekt en hopelijk levenslang bescherming biedt.

Bij veroudering veroudert ook het immuunsysteem en functioneert daardoor niet meer optimaal. Hierdoor neemt de gevoeligheid voor infecties weer toe. Veel infectieziekten treden dan ook op aan het begin en aan het einde van het leven, zoals bijvoorbeeld influenzavirus infecties. Iedere dag sterven er gemiddeld 6 mensen in Nederland aan influenza. Vrijwel altijd zijn dit ouderen. Het influenzavirus maakt het bovendien extra moeilijk voor het immuunsysteem omdat het constant een klein beetje verandert. Omdat het geheugen van het immuunsysteem heel erg specifiek is, wordt een veranderd influenzavirus niet meer herkend.

De functie van het immuunsysteem is dus om verdediging te bieden tegen infecties. Die verdediging bestaat uit aanvallen: het immuunsysteem doodt de binnengedrongen bacteriën en doodt de lichaamscellen die met virus zijn geïnfecteerd. Een overactief immuunsysteem kan behalve bescherming dus ook schade toebrengen aan het lichaam. Die overactiviteit kan ook door de aanvaller worden uitgelokt. Sommige varianten van het influenzavirus roepen een zeer krachtige immuunrespons op. Dat was zo bij het Spaanse griepvirus in 1918 dat kort na de eerste wereldoorlog wereldwijd heerste en meer slachtoffers eiste dan in die oorlog. Het Mexicaans varkensgriepvirus heeft nu ook vooral jongvolwassenen als slachtoffer en waarschijnlijk is hier iets vergelijkbaars aan de hand.

Wednesday, April 22, 2009

Vaccineer eens een bank

Google stuurt me een alert wanneer er ergens op de wereld een nieuwsbericht verschijnt met het woord “immune” in de tekst. Je krijgt zo per dag vrij veel alerts maar het kost ook slechts 5 seconden om te besluiten: ga ik dit lezen of gooi ik het meteen weg.
In deze tijden van economische crisis hebben de meeste alerts niets met de immunologie te maken maar met de betekenis van het woord immune in het dagelijks spraakgebruik: bestand zijn tegen. Veel bedrijven blijken niet bestand tegen de huidige crisis.
Tegen sommige agressieve micro-organismen is de mens niet bestand. Het immuunsysteem moet dan worden versterkt door vaccinatie. Wanneer minister Bos of Donner een noodlijdend bedrijf ondersteunt met enkele miljoenen of zelfs miljarden euro’s dan noemen we dat een financiële injectie. Immunologie en economie liggen dus dichter bij elkaar dan gedacht. Verschil blijft natuurlijk dat de immunologie een wetenschap is. Of de financiële injecties namelijk het gewenste beschermende effect zullen hebben moet maar worden afgewacht.