Als goed katholiek opgevoed jongetje sloeg ik vroeger geen kerkelijke feestdag over. Zo ook niet het feest der Allerheiligen op 1 november. Tijdens dit kerkfeest worden, niet geheel onverwacht, alle heiligen uit de katholieke kerk herdacht. Hoeveel zijn er dat, alle heiligen? Niemand weet het precies, er komen ook nog steeds ‘nieuwe’ heiligen bij. Een standaardwerk op dit gebied ‘De heiligen’ van Stijn van der Linden vermeldt er 9.000. De litanie van alle heiligen, die tijdens de mis op Allerheiligen wordt gebeden, duurde in mijn herinnering dan ook heel erg lang. Maar bij het terugzoeken van de originele tekst zie ik dat er in die litanie slechts 50 heiligen bij naam worden genoemd. Twee daarvan zijn broers, de door hen verrichte wonderen hebben te maken met de immunologie.
Deze broers, Cosmas en Damiaan, kwamen uit een gezin met 5 kinderen waarvan de vader al vroeg overleed en moeder Theodata in haar eentje voor de opvoeding van haar kinderen moest zorgen. Cosmas en Damiaan hadden de hersens en mochten geneeskunde gaan studeren. De 3 andere broers, Antimus, Londius en Abrabius trokken zich terug in de woestijn (de familie woonde in Syrië) en werden monnik.
Na hun studie trokken Cosmas en Damiaan door Klein-Azië om zieken en gebrekkigen te behandelen. Cosmas was de academicus en stelde de diagnose, Damiaan was de behandelaar (met zalf en medicijndoos). Voor hun diensten vroegen Cosmas en Damiaan geen geld. Dat is niet alleen nu hoogst ongebruikelijk onder deze beroepsgroep, maar ook toen al. Als een soort ‘tegenprestatie’ werden de patiënten onderworpen aan een stichtelijk woord over het Christendom. Narcose bestond in die tijd, we praten over de derde eeuw na Christus, nog niet dus de patiënt moest wel luisteren, of hij wilde of niet. Op zekere dag troffen Cosmas en Damiaan een rijke koopman die koudvuur had opgelopen aan zijn rechterbeen. Koudvuur is een wondinfectie waarbij het weefsel door necrose (verrotting) afsterft. De ziekte is dodelijk tenzij het aangedane ledemaat wordt geamputeerd. Cosmas en Damiaan voerden deze amputatie uit waarna het been van de koopman werd vervangen door dat van zijn (Moorse) slaaf. Het is daarmee de eerste gedocumenteerde succesvolle transplantatie uit de geschiedenis die is vastgelegd in een aantal schilderijen. Of de donor van het been echt een Moor was, of als zodanig afgebeeld zodat het contrast met de blanke koopman beter tot uitdrukking komt, weten we niet. We weten ook niet of de slaaf vrijwillig zijn been heeft afgestaan en er is ook niets bekend over het postoperatieve beloop. In ieder geval was de transplantatie voor de koopman zeer succesvol. Omdat destijds iedere operatie waarbij de patiënt overleefde als een wonder werd beschouwd, zou dit feit voldoende moeten zijn om Cosmas en Damiaan heilig te verklaren. Zelfs in 2009 zou het succesvol uitvoeren van een dergelijke operatie als een wonder worden beschouwd. Transplantatie van een orgaan van de ene naar de andere mens gaat gepaard met afstotingverschijnselen: het immuunsysteem van de ontvanger herkent het getransplanteerde orgaan als lichaamsvreemd en zal dat proberen af te stoten. De mate van afstoting wordt bepaald door de mate van verschil in de zogenaamde transplantatie-antigenen. Deze zijn zo verschillend dat daarin bijna ieder mens uniek is. Tegenwoordig worden van orgaandonoren over de hele wereld de transplantatie-antigenen in kaart gebracht zodat een patiënt het best ‘passende’ orgaan kan krijgen. Omdat ook dan het donororgaan niet voor 100% hetzelfde is, worden medicijnen om de immuunrespons te onderdrukken, voorgeschreven aan de ontvanger.
Cosmas en Damiaan zijn geen natuurlijke dood gestorven. Vanwege hun bekerende activiteiten werden ze door de prefect Lysias gearresteerd en gemarteld om hun God af te zweren. Omdat ze dat weigerden werden ze aan elkaar geketend en in zee geworpen. Een engel redde hen echter. Vervolgens werden ze drie dagen aaneen in een oven gestookt maar ook dat overleefden ze. Uiteindelijk werden Cosmas en Damiaan onthoofd (transplanteren hielp niet meer . . ). Cosmas en Damiaan zijn de beschermheiligen van apothekers en artsen. Hun feestdag valt op 26 september en dat is overigens geen geluksdag: op die dag in 1997 stortte de basiliek van de heilige Franciscus van Assisi in . . .
Deze broers, Cosmas en Damiaan, kwamen uit een gezin met 5 kinderen waarvan de vader al vroeg overleed en moeder Theodata in haar eentje voor de opvoeding van haar kinderen moest zorgen. Cosmas en Damiaan hadden de hersens en mochten geneeskunde gaan studeren. De 3 andere broers, Antimus, Londius en Abrabius trokken zich terug in de woestijn (de familie woonde in Syrië) en werden monnik.
Na hun studie trokken Cosmas en Damiaan door Klein-Azië om zieken en gebrekkigen te behandelen. Cosmas was de academicus en stelde de diagnose, Damiaan was de behandelaar (met zalf en medicijndoos). Voor hun diensten vroegen Cosmas en Damiaan geen geld. Dat is niet alleen nu hoogst ongebruikelijk onder deze beroepsgroep, maar ook toen al. Als een soort ‘tegenprestatie’ werden de patiënten onderworpen aan een stichtelijk woord over het Christendom. Narcose bestond in die tijd, we praten over de derde eeuw na Christus, nog niet dus de patiënt moest wel luisteren, of hij wilde of niet. Op zekere dag troffen Cosmas en Damiaan een rijke koopman die koudvuur had opgelopen aan zijn rechterbeen. Koudvuur is een wondinfectie waarbij het weefsel door necrose (verrotting) afsterft. De ziekte is dodelijk tenzij het aangedane ledemaat wordt geamputeerd. Cosmas en Damiaan voerden deze amputatie uit waarna het been van de koopman werd vervangen door dat van zijn (Moorse) slaaf. Het is daarmee de eerste gedocumenteerde succesvolle transplantatie uit de geschiedenis die is vastgelegd in een aantal schilderijen. Of de donor van het been echt een Moor was, of als zodanig afgebeeld zodat het contrast met de blanke koopman beter tot uitdrukking komt, weten we niet. We weten ook niet of de slaaf vrijwillig zijn been heeft afgestaan en er is ook niets bekend over het postoperatieve beloop. In ieder geval was de transplantatie voor de koopman zeer succesvol. Omdat destijds iedere operatie waarbij de patiënt overleefde als een wonder werd beschouwd, zou dit feit voldoende moeten zijn om Cosmas en Damiaan heilig te verklaren. Zelfs in 2009 zou het succesvol uitvoeren van een dergelijke operatie als een wonder worden beschouwd. Transplantatie van een orgaan van de ene naar de andere mens gaat gepaard met afstotingverschijnselen: het immuunsysteem van de ontvanger herkent het getransplanteerde orgaan als lichaamsvreemd en zal dat proberen af te stoten. De mate van afstoting wordt bepaald door de mate van verschil in de zogenaamde transplantatie-antigenen. Deze zijn zo verschillend dat daarin bijna ieder mens uniek is. Tegenwoordig worden van orgaandonoren over de hele wereld de transplantatie-antigenen in kaart gebracht zodat een patiënt het best ‘passende’ orgaan kan krijgen. Omdat ook dan het donororgaan niet voor 100% hetzelfde is, worden medicijnen om de immuunrespons te onderdrukken, voorgeschreven aan de ontvanger.
Cosmas en Damiaan zijn geen natuurlijke dood gestorven. Vanwege hun bekerende activiteiten werden ze door de prefect Lysias gearresteerd en gemarteld om hun God af te zweren. Omdat ze dat weigerden werden ze aan elkaar geketend en in zee geworpen. Een engel redde hen echter. Vervolgens werden ze drie dagen aaneen in een oven gestookt maar ook dat overleefden ze. Uiteindelijk werden Cosmas en Damiaan onthoofd (transplanteren hielp niet meer . . ). Cosmas en Damiaan zijn de beschermheiligen van apothekers en artsen. Hun feestdag valt op 26 september en dat is overigens geen geluksdag: op die dag in 1997 stortte de basiliek van de heilige Franciscus van Assisi in . . .
No comments:
Post a Comment
Thank you for your input.
Anonymous comments will be removed, so leave your name or (Blogger)profile.