Mannen zijn sterker dan vrouwen. Mannen kunnen sneller langs 11 steden schaatsen, zwaardere gewichten tillen en speren verder werpen. Mannen zijn dus veel sterker, maar geldt dat ook voor het immuunsysteem? Is het immuunsysteem van vrouwen zwakker dan dat van mannen? Dat is een vraag die niet met een eenvoudig ja of nee te beantwoorden is. Zelfs al zou dat wel zo zijn, dan nog is het niet eenvoudig aan te geven wat dan de gevólgen zijn van een krachtiger immuunsysteem.
De mens heeft 22 chromosomen in duplo en 2 geslachtschromosomen, totaal dus 46. Er zijn 2 verschillende geslachtschromosomen, X en Y. Op het X-chromosoom bevinden zich een aantal belangrijke genen van het immuunsysteem. Op het Y-chromosoom niet; daarop bevindt zich eigenlijk helemaal geen belangrijke genetische informatie. Het genetische verschil tussen mannen en vrouwen wordt helemaal bepaald door de X en de Y. Een vrouw heeft 2 X-chromosomen, een man slechts 1 X-chromosoom en 1 Y-chromosoom. Vrouwen liggen dus een X-chromosoom voor op de man.
Wanneer er een genetisch defect bestaat in een gen op één van de X-chromosomen bij een vrouw, hoeft dat nog niet meteen tot ziekte te leiden. Het defecte gen kan namelijk worden gecompenseerd door het normale gen op het andere X-chromosoom. De vrouw zelf is dan gezond, maar wel draagster van de ziekte. Wanneer ze zelf kinderen krijgt hebben jongetjes 50% kans om het defecte X-chromosoom te erven van moeder. Compenseren gaat niet want hun andere geslachtschromosoom is Y. De wetten van de genetica hebben dus als onvermijdelijk gevolg dat erfelijke afwijkingen van het immuunsysteem vooral bij jongetjes voorkomen. Deze ziekten, die gelukkig heel erg zeldzaam zijn, hebben tongbrekende namen zoals geslachtsgebonden agammaglobulinemie, Wiskott-Aldrich syndroom en geslachtsgebonden lymfoproliferatief syndroom.
Het immuunsysteem heeft als taak om afweer te bieden tegen infecties. Daarvoor kan het immuunsysteem niet krachtig genoeg zijn. Wanneer het immuunsysteem zich echter tegen onderdelen van het eigen lichaam keert, zoals bij auto-immuunziekten het geval is, dan heb je last van een krachtig immuunsysteem. Auto-immuunziekten komen veel vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. We weten eigenlijk niet goed hoe dat komt. Het is heel verleidelijk om geslachtshormonen daarvan ‘de schuld’ te geven, maar daarmee is dit verschijnsel niet verklaard. Kortgeleden hebben Canadese onderzoekers aangetoond dat het hormoon oestrogeen effect heeft op lymfocyten. Het zorgt ervoor dat de lymfocyten tijdens een immuunrespons niet zo snel doodgaan (apoptose heet dat proces). Daardoor kunnen vrouwen een krachtigere immuunrespons opbouwen dan mannen. De X-factor zorgt daarmee voor een sterker, in plaats van zwakker immuunsysteem bij vrouwen.
De mens heeft 22 chromosomen in duplo en 2 geslachtschromosomen, totaal dus 46. Er zijn 2 verschillende geslachtschromosomen, X en Y. Op het X-chromosoom bevinden zich een aantal belangrijke genen van het immuunsysteem. Op het Y-chromosoom niet; daarop bevindt zich eigenlijk helemaal geen belangrijke genetische informatie. Het genetische verschil tussen mannen en vrouwen wordt helemaal bepaald door de X en de Y. Een vrouw heeft 2 X-chromosomen, een man slechts 1 X-chromosoom en 1 Y-chromosoom. Vrouwen liggen dus een X-chromosoom voor op de man.
Wanneer er een genetisch defect bestaat in een gen op één van de X-chromosomen bij een vrouw, hoeft dat nog niet meteen tot ziekte te leiden. Het defecte gen kan namelijk worden gecompenseerd door het normale gen op het andere X-chromosoom. De vrouw zelf is dan gezond, maar wel draagster van de ziekte. Wanneer ze zelf kinderen krijgt hebben jongetjes 50% kans om het defecte X-chromosoom te erven van moeder. Compenseren gaat niet want hun andere geslachtschromosoom is Y. De wetten van de genetica hebben dus als onvermijdelijk gevolg dat erfelijke afwijkingen van het immuunsysteem vooral bij jongetjes voorkomen. Deze ziekten, die gelukkig heel erg zeldzaam zijn, hebben tongbrekende namen zoals geslachtsgebonden agammaglobulinemie, Wiskott-Aldrich syndroom en geslachtsgebonden lymfoproliferatief syndroom.
Het immuunsysteem heeft als taak om afweer te bieden tegen infecties. Daarvoor kan het immuunsysteem niet krachtig genoeg zijn. Wanneer het immuunsysteem zich echter tegen onderdelen van het eigen lichaam keert, zoals bij auto-immuunziekten het geval is, dan heb je last van een krachtig immuunsysteem. Auto-immuunziekten komen veel vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. We weten eigenlijk niet goed hoe dat komt. Het is heel verleidelijk om geslachtshormonen daarvan ‘de schuld’ te geven, maar daarmee is dit verschijnsel niet verklaard. Kortgeleden hebben Canadese onderzoekers aangetoond dat het hormoon oestrogeen effect heeft op lymfocyten. Het zorgt ervoor dat de lymfocyten tijdens een immuunrespons niet zo snel doodgaan (apoptose heet dat proces). Daardoor kunnen vrouwen een krachtigere immuunrespons opbouwen dan mannen. De X-factor zorgt daarmee voor een sterker, in plaats van zwakker immuunsysteem bij vrouwen.
No comments:
Post a Comment
Thank you for your input.
Anonymous comments will be removed, so leave your name or (Blogger)profile.