Showing posts with label immuun. Show all posts
Showing posts with label immuun. Show all posts

Sunday, February 27, 2011

Afweer, weerstand en het immuunsysteem

Een veel gestelde vraag op feesten en partijen, wanneer je aan de praat raakt met vreemden is: “Wat doe je eigenlijk?”, vaak gevolgd door “voor de kost?”. Je werkt voor de kost, werken is een opdracht: "gij zult in het zweet van uw aanschijn uw brood verdienen" (Genesis 3,19). Tot voor anderhalve eeuw geleden was dat in ieder geval zo: ruim driekwart van het inkomen ging op aan het dagelijks brood, als je tenminste zoveel verdiende dat je elke dag te eten had. Nu geeft een gemiddeld gezin nog maar 12% van het inkomen uit aan voeding. Wat je doet voor de kost beperkt zich dus tot de maandag, de rest van de week werk je voor je hypotheek, je auto, en je vakantie. Ik ben immunoloog en behalve dat ik daarmee een kostwinning heb (en de hypotheek, auto en vakantie kan betalen) oefen ik dat vak vooral uit omdat ik het zo leuk en aantrekkelijk vind om te doen. Voordat je daar echter aan toekomt om dat op feestjes te vertellen, moet je vaak eerst uitleggen wat dat is: immunologie.

De mens wordt omgeven door een onzichtbare wereld van micro-organismen: virussen, bacteriën, schimmels, gisten. Een flink aantal daarvan zijn in staat om de mens te infecteren en ziekten te veroorzaken. Het immuunsysteem heeft tot taak om het lichaam tegen deze infecties te beschermen. Het immuunsysteem bestaat uit een groot aantal verschillende cellen en moleculen die door het hele lichaam verspreid zijn. Dat is nodig omdat infecties ook op vrijwel iedere plek van het lichaam kunnen optreden. De immunologie is het vak dat zich bezighoudt met de functie van het immuunsysteem in de afweer tegen infecties. Het immuunsysteem heeft nog een tweede functie, namelijk het herkennen en onschadelijk maken van tumorcellen. Zo biedt het immuunsysteem ook afweer tegen tumoren.

Een goed werkend immuunsysteem zou jaar in jaar uit, iedere dag afweer moeten bieden tegen alle mogelijke infecties. Helaas is dat niet het geval. Bij het begin van het leven (jonge kinderen) en tegen het einde van het leven (ouderen) is de werking van het immuunsysteem niet optimaal en kan het worden versterkt door vaccinatie. In Nederland kennen we het Rijksvaccinatieprogramma dat bedoeld is om jonge kinderen te beschermen tegen infecties en dat griepvaccinatie aanbiedt aan vooral ouderen. In de periode daartussenin kan de functie van het immuunsysteem negatief worden beïnvloed door een onvolwaardig dieet (gebrek aan vitaminen en mineralen), leefstijl (door alcohol, roken) en psychologische factoren (stress). Hieruit kan ook meteen worden afgeleid hoe het immuunsysteem dan positief kan worden beïnvloed: matig alcoholgebruik, niet roken, hanteerbare stress, en een dieet met voldoende vitaminen (vitamine C en D) en mineralen (Zink). Het dieet kan ook worden aangevuld met voedingssupplementen en fabrikanten daarvan adverteren met het gunstige effect op de weerstand.

Wat betekent weerstand? Van Dale als bron van informatie is natuurlijk hopeloos vorige eeuw, online zoeken op Wikipedia geeft 3 betekenissen: het begrip weerstand in de psychologie, psychotherapie en psychoanalyse houdt in dat bepaalde zaken uit het onderbewustzijn niet bewust kunnen worden beleefd (geïntroduceerd door Sigmund Freud). Weerstand is ook het gevoel van aversie, gericht op een persoon, entiteit of situatie. De medische betekenis van weerstand (en daar hebben we het hier over) is de mate waarin iemand in staat is ziekten te weerstaan of te overwinnen. Weerstand is dus de mate van afweer tegen infectieziekten.

Het immuunsysteem, afweer en weerstand hebben alles met elkaar te maken. Met een beter immuunsysteem heb je een betere afweer en een grotere weerstand, bijvoorbeeld tegen een gewone verkoudheid of tegen een niet zo vaak voorkomende hersenvliesontsteking.
Dat betere immuunsysteem en die grotere weerstand is niet zo gemakkelijk te meten. Hersenvliesontsteking is gelukkig een zeldzame ziekte en wanneer je die nooit krijgt (wat voor de meeste mensen geldt) kán dat betekenen dat je een heel goed werkend immuunsysteem hebt.

Maar wanneer is het immuunsysteem goed genoeg? Dat weet je pas wanneer het op de proef wordt gesteld. Wanneer je nooit met de bacterie die hersenvliesontsteking veroorzaakt in aanraking komt, weet je ook nooit of je er voldoende immuniteit tegen bezit. Voor een verkoudheidvirus ligt dat anders. Deze virussen zijn in het winterseizoen niet te vermijden en wanneer je vatbaar bent (dat wil zeggen: wanneer je immuunsysteem niet optimaal werkt) dan kan dat leiden tot een verkoudheid (een ‘griepje’) dat een aantal dagen kan aanhouden. In zo’n geval kun je baat hebben bij een versterking van je immuunsysteem.

Kun je dat bereiken met Vitamine C? Ja, in een flink aantal klinische studies is aangetoond dat vitamine C (ook vitamine D overigens) in staat is om het functioneren van het immuunsysteem te bevorderen. Deze vitamines zijn dus bevorderlijk voor het immuunsysteem, voor de afweer en de weerstand. Krijg je er een garantiebewijs bij (‘gegarandeerd klachtenvrij tot april’)? Nee, helaas niet. Virussen veranderen en proberen steeds weer nieuwe manieren te vinden om onder het immuunsysteem uit te komen, zelfs onder het beste immuunsysteem. De wedstrijd tussen de mens en de wereld van micro-organismen gaat altijd door.

Monday, May 4, 2009

Hoezo Jargon?

Ik spreek ieder jaar op een Masterclass Autoimmuniteit en, of je nu wilt of niet, daarbij gebruik je onvermijdelijk allerlei immunologisch jargon. Zo heb ik eens opgezocht hoe vaak het woord "autoimmunity" voorkomt in de (Engelse) dagelijkse taal. Op de online versie van Websters dictionary kun je dat van ieder woord terugzoeken. Het woord autoimmunity staat op de 133.076ste plaats van meest gebruikte woorden en dat is niet erg hoog. Ook vind je hoe vaak het woord "autoimmunity" wordt gebruikt per 100 miljoen woorden en dat is 7 keer. Dat klinkt als héél erg weinig, maar hoe weinig is 7 en hoe veel is 100 miljoen woorden. Om daarvan een indruk te krijgen is de website met speeches van Fidel Castro behulpzaam (klik hier). In zijn glorietijd gaf Fidel urenlange speeches voor wie maar luisteren wilde (of moest). De glorietijd van Fidel duurde zo'n 35 jaar en in die tijd gaf hij gemiddeld 25 lezingen per jaar (allemaal volgens de database). Op de website kun je ze allemaal nog eens teruglezen en (via Word) het aantal woorden tellen. De speech voor de Nationale Schoolinspecteurs in 1966 telde ruime 7.000 woorden. Wanneer we dat als gemiddelde nemen dan heeft Fidel in zijn carrière ongeveer 7 miljoen woorden in het openbaar uitgesproken. Het woord autoimmunity zat daar dus waarschijnlijk niet tussen.

Wat betekent het eigenlijk, autoimmuniteit? We spreken van autoimmuniteit wanneer het immuunsysteem reageert op onderdelen van het eigen lichaam (auto). Het immuunsysteem behoort te reageren op lichaamsvreemd materiaal, zoals bacteriën en virussen, maar niet op onderdelen van het eigen lichaam. Wanneer dit tóch gebeurt, en ook nog leidt tot ziekteverschijnselen, dan spreken we van autoimmuunziekten. De bekendste autoimmuunziekte is reuma, voluit reumatoïde artritis. Deze ziekte komt voor bij 1400 vrouwen en 600 mannen (per 100.000). De bekendheid van reuma komt vooral omdat de ziekte zo vaak voorkomt, helaas niet omdat immunologen precies weten hoe en waarom het immuunsysteem in de fout gaat. Een van de boodschappen op de Masterclass zal dus zijn dat al het immunologisch jargon niet kan verhullen dat we op onderdelen eigenlijk nog veel te weinig weten.

Tuesday, April 28, 2009

Immuun

De mens leeft in een wereld omgeven door micro-organismen: virussen, bacteriën, schimmels, gisten, parasieten. Om te overleven in deze wereld zijn afweermechanismen nodig, en omdat de micro-organismen van elkaar verschillen dus ook verschillende afweermechanismen. Immunologie is het vakgebied dat zich bezighoudt met de afweer tegen infecties. In het dagelijks spraakgebruik betekent “immuun” dat je onaantastbaar bent; in mijn vakgebied betekent “immuun” dat het immuunsysteem zo goed functioneert dat een virus of bacterie geen enkele kans maakt om ziekte te veroorzaken. Het immuunsysteem is uiterst specifiek en maakt onderscheid tussen onderdelen van micro-organismen, want daar moet tegen gereageerd worden, en onderdelen van het eigen lichaam, want daar moet juist niet tegen gereageerd worden. Ook lichaamsvreemde cellen, zoals een getransplanteerde nier, zal worden herkend en afgestoten. Dat is een nadeel van een goed werkend immuunsysteem. Een tumorcel echter, en dat is een veranderde lichaamseigen cel, zal weer wel als vreemd worden herkend en afgestoten. Het immuunsysteem beschermt dus ook tegen tumoren.

Bij de geboorte is het immuunsysteem al wel aangelegd maar nog niet uitgerijpt. Ieder contact met een virus of bacterie is een eerste contact en kan leiden tot tijdelijke ziekte. Is die ziekte een keer doorgemaakt dan is het immuunsysteem zodanig geactiveerd en is er immunologisch geheugen gevormd dat daarna eenzelfde virus geen ziekte meer kan veroorzaken. Dit principe vormt ook de basis voor vaccinatie: het vaccin is dan het eerste, ongevaarlijke contact dat het immunologische geheugen opwekt en hopelijk levenslang bescherming biedt.

Bij veroudering veroudert ook het immuunsysteem en functioneert daardoor niet meer optimaal. Hierdoor neemt de gevoeligheid voor infecties weer toe. Veel infectieziekten treden dan ook op aan het begin en aan het einde van het leven, zoals bijvoorbeeld influenzavirus infecties. Iedere dag sterven er gemiddeld 6 mensen in Nederland aan influenza. Vrijwel altijd zijn dit ouderen. Het influenzavirus maakt het bovendien extra moeilijk voor het immuunsysteem omdat het constant een klein beetje verandert. Omdat het geheugen van het immuunsysteem heel erg specifiek is, wordt een veranderd influenzavirus niet meer herkend.

De functie van het immuunsysteem is dus om verdediging te bieden tegen infecties. Die verdediging bestaat uit aanvallen: het immuunsysteem doodt de binnengedrongen bacteriën en doodt de lichaamscellen die met virus zijn geïnfecteerd. Een overactief immuunsysteem kan behalve bescherming dus ook schade toebrengen aan het lichaam. Die overactiviteit kan ook door de aanvaller worden uitgelokt. Sommige varianten van het influenzavirus roepen een zeer krachtige immuunrespons op. Dat was zo bij het Spaanse griepvirus in 1918 dat kort na de eerste wereldoorlog wereldwijd heerste en meer slachtoffers eiste dan in die oorlog. Het Mexicaans varkensgriepvirus heeft nu ook vooral jongvolwassenen als slachtoffer en waarschijnlijk is hier iets vergelijkbaars aan de hand.